In het cijnsboek van 1520 wordt de breedte van het perceel op 19½ voet (= 5,61 m) gesteld. Dit is breder dan het in 1930 gesloopte pand inclusief de beide zijmuren. Het rechter buurpand is daarentegen iets smaller dan de aangegeven voetenmaat. Waarschijnlijk is hier sprake van een osendrup die later bij het buur getrokken is. In het midden van de 16de eeuw is het klooster Mariënhage te Eindhoven cijnsplichtig, daarna Jan vander Venne, die de toevoeging 'inde drye biertonnen' krijgt. Dit is het rechter buurhuis, dat hem ook toebehoorde. Van het pand zijn enkele summiere bouwdossiertekeningen bewaard gebleven, waaruit we kunnen afleiden dat het bestond uit een voorhuis met vast achterhuis en een losstaand, onderkelderd huisje op het achtererf. Later is het tweede achterhuis van het linker buurpand erbij getrokken. Tegen de scheidingsmuur tussen het voor- en achterhuis liep de trap. De stookplaatsen zaten tegen de rechter zijmuur. Volgens de bouwtekeningen waren de houtconstructies 19de-eeuws, evenals de voorgevel. | 470 |
J. Baekers81. "De drie Bellen". | 25 |
1750 |
Schepenbank Vught en Cromvoirt 1558-1810... een huys genaamt de Drie Bellen in de Ortenstraat ...Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
|
1865 | P. Laffertee (particulier) |
1875 | A.H. Blankers (mr. goud- en zilversmid) - wed. P. Lafferteé (partikulier) |
1908 | J. Baekers (collecteur staatsloterij) |
1910 | J. Baekers (collecteur staatsloterij) |
1928 | W. van Hassel - J.J. Seerden |